Samenvatting inkoopbeleid wijkverpleging Zvw 2026
Op 1 april jl. hebben de 10 zorgverzekeraars (ASR, Caresq, CZ, DSW, Menzis, ONVZ, Salland, VGZ, Zilveren Kruis en Zorg&Zekerheid) hun inkoopbeleid voor 2026 gepubliceerd.
De NZa heeft de indexaties voor de personeelskosten en materiële kosten voor het jaar 2026 op haar website gepubliceerd. De verwachte indexatie van de Wlz-tarieven voor 2026 komt uit op gemiddeld 5,09%.
Dit percentage is als volgt berekend:
NZA index 2026 Wlz | Loonkosten | Materiële kosten | Gemiddeld |
Voorlopig NZA index 2026 | 4,24% | 2,10% | |
Inhaal 2025 in 2026 | 1,00% | 2,44% | |
Index 2026 incl. inhaal 2025 | 5,24% | 4,54% | |
Aandeel in het totaal tarief | 78,00% | 22,00% | |
Verwachte indexatie Wlz gemiddeld | 4,09% | 1,00% | 5,09% |
Voor de kostenontwikkelingen heeft de NZa gekeken naar het Centraal Economisch Plan (CEP) voor 2025 dat door het Centraal Planbureau (CPB) in februari is gepubliceerd. Hierin staan de verwachtingen over onder andere loonontwikkeling en prijsstijgingen.
Hogere stijging van kosten in 2025
Uit deze cijfers van het CEP blijkt dat zowel de lonen als de kosten voor goederen en diensten (materieel) sterker zijn gestegen in 2025 dan eerder was ingeschat. Dit zorgt ervoor dat definitieve prijsindexen voor de loonkosten en materiële kosten hoger zijn dan de in de Wlz tarieven opgenomen voorlopige prijsindexaties voor 2025. Het verschil tussen de definitieve en voorlopige prijsindexen voor 2025 worden als inhaalindexatie meegenomen bij de indexatie voor 2026.
De inhaalpercentage zijn als volgt:
Inhaal 2025 in 2026 | Loonkosten | Materiële kosten |
Voorlopig NZa index 2025 | 4,18% | 2,10% |
Definitieve NZa indexatie 2025 | 5,18% | 4,25% |
Inhaal 2025 | 0,96% | 2,39% |
De inhaal 2025 wordt met de volgende formule berekend:
Looncomponent: (1 + 0,0518) / (1 + 0,0418) – 1 = 0,96%
Materiële kosten component: (1 + 0,0425) / (1 + 0.0182) – 1 = 2,39%
De NZa past elk jaar het deel van de tarieven dat over lonen gaat aan met een cijfer op basis van de OVA. Voor 2026 is de verwachte loonstijging 4,24%. Daarnaast wordt er gekeken naar het verschil tussen de voorlopige en de definitieve cijfers van het jaar ervoor. Voor 2025 blijkt de loonstijging achteraf 5,18%, terwijl eerder was gerekend met 4,18%. Dat verschil (0,96%) wordt aanvullend verwerkt in de tarieven voor 2026. In totaal stijgt de looncomponent daarmee met 5,24%. Dit percentage voor 2026 is berekend met de volgende formule:
Looncomponent: (1 + 0,0096) * (1 + 0,0424) – 1 = 5,24%
Ook het deel van de tarieven dat gaat over de materiële kosten (zoals voedingskosten, hotelmatige kosten, algemene kosten, cliëntgebonden kosten en huisvestingsbonden kosten) wordt elk jaar aangepast. Hiervoor gebruikt de NZa het zogeheten PPC-cijfer. Voor 2026 wordt een stijging van 2,10% verwacht. Maar ook hier blijkt het verschil met eerdere schattingen groot. Voor 2025 was het voorlopige cijfer 1,82%, maar het uiteindelijke cijfer is 4,25%. Dat verschil (2,39%) telt ook mee. Samen zorgt dit voor een stijging van de materiële kosten met 4,54% in 2026.
Materiële kosten component: (1 + 0,0239) * (1 + 0,0210) – 1 = 4,54%
Gemiddelde stijging van 5,09%
De NZa weegt beide onderdelen, de loonkosten en materiële kosten, mee in de Wlz tarieven.
Hierbij is de verhouding van 78% loon en 22% materieel een gemiddelde. Op basis van deze verhoudingscijfers komt de totale verwachte indexatie van de Wlz-tarieven voor 2026 uit op 5,09%.
Hiervoor is de volgende formule gehanteerd:
Index 2026: (5,24% * 78%) + (4.54% * 22%) = 5,09%